zaterdag 1 november 2008

Uit de band

Omdat dit bij uitstek een activiteit was waarbij ons beider vakgebieden samen zouden komen, had Zus me uitgenodigd haar te vergezellen naar een lezingenmiddag over bijbelse cartografie. Nu weet menigeen in mijn omgeving dat ik een stuk gelukkiger word van kaarten dan dat gangbaar gezond wordt geacht, dus het mag geen verbazing zijn dat ik uitkeek naar onze trip. Ik keek best uit naar een middagje kaarten kijken en dan dus heel ongezond blij worden van de bekeken objecten. Dat het onderwerp van deze middag bijbels was kon i.i.g. geen kwaad doen, dachten we zo. Wij stapten dus monter in onze hippe kledij het Bijbels Museum binnen, om tijdens de daarop volgende uren een paar conclusies te trekken:
1. onze vakgenoten zijn inderdaad over het algemeen wat grijzig in uiterlijk en spraakkwaliteiten
2. kaarten zijn relaaaaxed, respectievelijk de bijbel is relaaaaxed. (U mag als lezer zelf invullen wie achter welke quote zit)
3. een model van de tempel van Salomo nabouwen en daar 5 jaar over doen, zou onze hobby niet zijn
4. wij zouden er daarna ook niet graag 12 jaar over doen om te beslissen of het model al dan niet gekleurd dient te worden
5. het gebouw waarin het museum gehuisvest is, is prachtig
6. de olijven waren goed en de wijn iets minder

Maar hetgeen mij eigenlijk gedurende de middag het meest deed glimlachen was mijn herinnering aan een werkstuk in schooltijd. Voor dit werkstuk had ik een kaartje nodig van de regio rond de Middellandse Zee. En laat er in mijn bijbel nou toevallig een kaart hebben gezeten van de zendingsreizen van Paulus.... Zoals ik vanmiddag heb geleerd is dat één van de standaard zes kaarten in een bijbel. Mijn bijbel kent er nu al een flink aantal jaren nog maar vijf. Misschien was dat al een veeg teken dat mijn toekomst in de cartografie zou liggen, en niet in de theologie?

donderdag 30 oktober 2008

Van grachtengordel tot kraakpand

Ik was er nog nooit in eentje binnengestapt, en omdat ik nu eenmaal nieuwsgierig van aard ben, zei ik direct ja op de uitnodiging. Of ik eens mee ging eten in een kraakpand waar hij iedere week ging eten. Ik was er zeker bij! Maar wat ik precies moest verwachten wist ik niet. Stereotypen genoeg, maar ja: iedereen weet dat die berusten op geruchten. Dus ging ik vorige donderdag op onderzoek uit. We belden aan, werden 2 trappen opgeleid en kwamen terecht in een grote soort -eh- fusie? Het feit dat ik dit een fusie noem, geeft waarschijnlijk al aan dat ik zelf niet zo geschikt ben kraker te worden, maar dat terzijde. De ruimte was helemaal versierd met allerlei kunstwerken en leuzen. Verspreid door de ruimte zat een man of 25, en het eten zou bijna geserveerd worden. Die gastvrijheid scoorde direct goed bij me: het concept een veganistische maaltijd te verzorgen voor een groep die in grootte enorm kan verschillen vind ik mooi. Het zou denk ik niet op prijs gesteld worden als ik met 15 andere nieuwsgierigen voor de deur zou staan als vorm van toerisme, maar toch, ik werd dit keer aardig ontvangen! De vega-pasta was goed te eten en ik kwam het eten best soepel door, al voelde ik me niet echt op m'n plek. Zo aaide ik het hondje dat op het schoot naast mij zat. Op zich al bewonderenswaardig, gezien het feit dat ik niet dol op honden ben. Maar nu kreeg ik ook abrupt spijt, want het meisje meldde me direct dat ze het arme beestje toch weer eens wat knoflook moest voeren: al die vlooien.... Zo voorzichtig maar snel mogelijk mijn arm terugtrekkend bedacht ik mij dat ik dat toch redelijk onopvallend had weten te cheffen. Die illusie raakte ik echter direct kwijt toen de overkant van de tafel mijn geschrokken gezicht na ging doen... (Ik schrijf geschrokken, maar 'vol afkeer' is eigenlijk iets waarheidsgetrouwer...)
Maar het moment dat ik zeker wist dat ik daar niet hoorde, kwam al eerder toen ik over mijn nieuwe baan stond te vertellen. Ik werd door wat mensen gevraagd wat ik doe en zo kwamen we op het onderwerp van mijn toekomst. Dus ik begon enthousiast te vertellen over mijn nieuwe baan, public relations en de relatie tussen pr en reclame en marketing. Geniaal want terwijl ik dit vertelde voelde ik hoe enthousiast ik werd (een goed teken als je aan het werk gaat lijkt mij). Maar toen ik opkeek en naar de muur achter mijn gezelschap keek, stokte mijn adem toch even. 'Stop consuming, the street provides' en 'Hate commerce' herinnerden mij eraan dat mijn flitsende pr-baan het in dit gezelschap misschien niet zo goed zou doen...
Dus met een grijns die daardoor nog iets groter werd vertelde ik mijn verhaal af - dit is immers wie ík ben, dus de boel verloochenen door dit aspect weg te laten vond ik geen optie. Om daarna wel gauw te informeren naar de cultureel antropologische onderzoeken van mijn omstanders. Ik was immers te benieuwd naar de vega-pasta om voor het eten het pand al uitgegooid te worden als slaaf van de commercie...

donderdag 16 oktober 2008

F*ck, ik punnik niet!*

Daar zit je dan. In je kekke pak dat je samen met je moeder hebt geshopt, terwijl je zorgvuldig hebt voorbereid wat je sterke punten zijn en je eventuele verbeterpunten. Jahoor, je zit te solliciteren! 'Kan ik misschien nog even gebruik maken van een toilet?', 'Eh, koffie alsjeblieft' & 'Ja, met geschiedenis kun je veel meer dan men in eerste instantie denkt!'. Je babbelt heen en weer, hebt je ingelezen in het bedrijf dus je weet wat je er interessant aan vindt, waarom je jezelf als nieuwe werknemer ziet en je weet ook al wat je gaat vragen aan het einde van het gesprek. Zij hebben zich op hun beurt over je CV en brief gebogen en bedacht wat ze van je willen weten om te bepalen of er wel of niet sprake is van een professionele match. Spanning en sensatie! En dan komt dat moment dat je voor het eerst even stilvalt. Er wordt gevraagd naar je hobbies... Hobbies!? Eh, die heb ik niet echt. Paniek slaat toe: want verder dan 'Normaal gesproken loop ik hard maar dat is al een tijdje niet echt meer gelukt' en 'Mijn vrienden zijn mijn hobby, ik drink graag een biertje enzo' kom ik opeens niet. Ik vergeet opeens mijn plezier in schrijven en fotograferen, in reizen en metroplattegronden. Het enige dat ik kan denken is: waarom punnik ik dan toch niet ofzo? Over concrete hobbyactiviteiten gesproken. Of dát nou echt geholpen zou hebben weet ik natuurlijk niet, maar één ding weet ik wel: het is de eerste keer in mijn leven dat ik er spijt van heb gehad niet op regelmatige basis te punniken! Misschien een leuke bezigheid in de trein op weg naar mijn nieuwe werk...

* Dank aan mijn tafelgenootjes vanavond voor deze quote!

donderdag 18 september 2008

Enkeltje onbeantwoord?

Ik vraag me wel eens af hoe het zou voelen. Wat voel je wanneer je een oproep voor jezelf in de Rails leest. En daar denk ik dus over na wanneer ik in een trein zit. Logischerwijs, want dat is zo'n moment dat je zelf ook naar andere mensen gluurt die langs je lopen of tegenover je komen zitten. En zeker toen ik een half jaar stage liep in Amsterdam en dus dagelijks in de trein zat en daadwerkelijk wel eens een Rails zag (op mijn sporadische treintochten van tegenwoordig zijn die dingen altijd spoorloos) vond ik die rubriek oproepjes altijd al het leukst om te lezen. Maar stel je voor dat je nu echt een oproep onder ogen krijgt aan jezelf gericht. Over mij zou vanavond misschien staan: 'ik vond je rode laarzen direct zo mooi', of 'ik vond dat jij -jonge vrouw met groene ogen en donkerbruin haar- zo beschaafd zachtjes praatte toen je telefoon kreeg'(best een wenselijk berichtje). Of vanavond misschien: 'Zelfs die donkere kringen onder je ogen waren bij jou nog een accessoire (twijfelachtige eer..). Maar nog meer vrees ik een danig bericht: 'Ik vond je zo schattig toen je met je mond open lag te slapen'. Hmm, ik weet het niet hoor, want wat doet iemand nou de stap zetten een berichtje te plaatsen? Dan voelde je tijdens die 20 minuten naar Alphen of het half uurtje tussen Breukelen en Utrecht wel echt een megaconnectie. Maar goed, volgende vraag: zou je erop antwoorden? Zou je willen weten wie de moeite heeft genomen die oproep te plaatsen, of knal je het berichtje op je prikbord en laat je het daarbij. Een vraag waar ik niet over na hoef te denken, maar vanavond wederom wel een prima slaapmiddel in de trein bleek!

zondag 14 september 2008

Not born to play with

Terwijl ik plichtsgetrouw de rode lijn op de vloer volgde vroeg ik mij af of de mensen in de wachtkamer de geluiden ook zo luid en duidelijk hoorden. De combinatie van de piepende rolstoel en het geklik van de hakken van mij en mijn zaterdagavond-onveiligmaak-compagnon klonk mij nogal hard in de oren. En dat ik een omgeving waar de spanning sowieso om te snijden was. Wij hadden ons dan ook voorbereid op een avondje Rapenburg concert en niet -waar wij eindigden- een avondje zitten in de wachtkamer van de EHBO in het LUMC. En, nu wil ik het niet als tip van de week meegeven omdat het zo enig is, maar als je nou eens echt mensen wilt kijken... Dan moet je toch echt in zo'n wachtkamer zijn. Echt, Utrecht Centraal bij het Trefpunt vlaggetje is er niets bij. En dan niet omdat het zo fijn is om mensen in pijn te zien: dat is weer een iets minder aspect aan het geheel. Maar wel als je mensen hun aard wilt zien tonen: rustig wachten of stennis schoppen?
Nu gingen wij op pad met vriendinnetje P. die een serieuze put in haar been geslagen had tijdens een val en die nog serieuzere pijn leed. Pijn is niet fijn, maar alsnog zaten wij er redelijk ontspannen bij. Temeer omdat wij voor vertrek naar het ziekenhuis de eerstehulp-meldlijn hadden gebeld. En dát, dames en heren, is dus wel de tip van de week! Altijd bellen en een afspraak maken, want dan wacht je aanzienlijk minder lang. Maar bereid je dan ook wel voor op flink oplopende spanningen. Want dan zijn er dus mensen die al iets langer zitten te wachten en wellicht wel meer pijn voelen. Wat moeilijk te bewijzen valt, maar zij voelen nu eenmaal alleen hun eigen pijn en ja, die is aanwezig. Zo ook bij meneer X, rechts van ons gezeten in de wachtkamer. De vriend van meneer X baarde ons al meteen meer zorgen. Met een serieus gezicht keek hij af en toe intimiderend de wachtkamer rond, daarbij zorgend dat zijn nek goed zichtbaar was. Die was namelijk gesierd met -alsof we die hadden kunnen missen- een tatoeage Not born to play with. Tijdens het wachten zat ik te bedenken ter ere waarvan de beste man deze ruige tekst had laten plaatsen. Was dit in huwelijkscontext geweest, of misschien terwijl hij terugdacht aan de talloze keren dat hij aan het schoolhek was gehangen met zijn rugzak? Hoe dan ook, hij deed zijn best de boodschap op zijn nek te onderstrepen met zijn blik. Terwijl de bult op de enkel van zijn vriend met de minuut leek te groeien, werd na een uur de naam van vriendin P. omgeroepen. Zij bekeek nog even angstig haar opties, maar langs meneer X en zijn vriend was toch echt de kortste weg richting degene die haar naam riep. En ach, op de EHBO waren we toch al. Ze wist veilig langs X en co te strompelen, maar er werd door ons toch even de adem ingehouden.
Ik ben toch benieuwd hoe vaak er gevechten uitbreken in die wachtkamers.. Het stel rechts achter ons kon nog wel lachen samen: 'ja schat, dat is dus echt de laatste keer dat jij gefrituurd hebt, dat doe ik in t vervolg wel'. De ouders van de dame linksachter ons waren iets minder supportive toen ze naar hun dochter toesnelden, die al enige tijd zat te wachten: 'Wat heb je nú weer?'. Er zaten ook mensen rustig te wachten, de pijn zoveel mogelijk negerend. Maar verder werd overal rondom ons flink gemopperd, gesist dat ze anders zelf wel even zouden hechten (waarom zit je er dan?), en ruziegemaakt door begeleidende partners en slachtoffers. Crisissituaties laten nu eenmaal een heleboel dingen wegvallen, totdat iemands basis gevoel en houding over blijven. Hoe die dan geuit worden is een tweede, maar gelukkig had het in dit geval niet tot resultaat dat wij werden gelyncht. Uiteindelijk vertrokken we: P. een injectie rijker en wij allen een opluchting rijker. Hoe lang het geduurd heeft voordat de Not born to play with -meneer geholpen werd, weet ik niet. Ik las de dagen erna in de regionale bladen in ieder geval niets over een vechtpartij. Misschien had iedereen dan toch het advies uit zijn nek opgevolgd.

zondag 10 augustus 2008

Hoofdbrekens

Terwijl de trein langzaam optrekt en station Alphen aan den Rijn achter zit laat, zak ik weer weg in mijn gedachten. Gedachten die nu al enige tijd in een onophoudelijke stroom het Tikibad glijbanenparadijs naspelen in mijn hersenpan. Een hersenpan die daar momenteel een beetje oververhit van raakt. Ik zie mezelf niet zo graag in een clichématige 'fase' passen, dat klinkt altijd alsof je zelf niets in de melk te brokkelen hebt. En ik vind het woord crisis ook wel erg heftig. Maar als ik het rijtje nog eens langsga... Constant moe? Check. Veel nadenken? Check. (Voor mijn systeem niets nieuws, maar dat telt even niet). De Toekomst angstaanjagend dichtbij gekomen? Check. Niet goed weten wat ik precies wil? Check. Het eigenlijk best wel goed weten maar niet in beweging durven komen? Ik roep nog net iets overtuigender check. Quarterlife crisis. Van het woord moet ik spugen en zie ik terstond mensen op blokjeskaas- feestjes elkaar aanstoten en ginnegappen dat dat bij de leeftijd hoort. Maar het lijkt er toch verdraaid veel op dat ik er 'zo eentje' geworden ben. Zo eentje die over twee weken afstuderen gaat. Zo eentje die op de drempel van iets nieuws staat. En dan dus eentje met Bindingsangst. Niet zozeer op romantisch vlak (daar heb ik de bindingsangst nog niet gesignaleerd in ieder geval, maar dat kan ook aan de in-activiteit van desbetreffend terrein liggen). Neen, ik heb Ik-Ben-Starter-Bindingsangst. Ik sta te trappelen om met iets nieuws te beginnen, en bedenk van tijd tot tijd de wildste plannen. Om daarna nog eens extra diep in mijn kop thee weg te kruipen en de boel de boel te laten. Toffe toekomst ok, maar nu even niet. Maar, als het nou bij onzekerheid over mijn toekomst zou blijven, dan is het probleem snel te isoleren en gedeeltelijk uit te schakelen: een hardere schop onder mijn derrière en ik heb heus wel wat brieven geschreven en een stap gezet.
Maar zoals de schrijfster van het boek dat ik dit weekend verslond zich iets afvroeg terwijl ze bovenop een berg in Tibet zat, zo stelde ik mijzelf een dezer dagen toevallig dezelfde vraag. Wie.ben.ik? Op een moment zoals het huidige, blijk ik toch weer extreem gevoelig voor existentiële vraagstukken en twijfels. Het Leven, daar heb je het thema weer. Dat over altijd iets in de melk te brokkelen willen hebben, daarvan ben ik er inmiddels wel achter dat het zo niet werkt. Er gebeuren dingen, dingen die je niet voorzien hebt. In sommige gevallen is dat maar goed ook, doordat je ze in al hun heftigheid ook liever niet langzaam had willen zien opdoemen. Maar ze slaan nog steeds met een megaimpact in, vlak naast je hoofd. Maar vooral midden in je hart. En door dingen ga je nadenken. Wie ben ik, wat heeft het leven voor mij in petto en wat heb ik voor het leven in petto? Wat wil ik eruit halen en met welke mensen dichtbij me doe ik dat het liefst? Want van mijn Toekomst ben ik dan wel de hoofdpersoon, ik zie mezelf toch niet graag tot in den treure een solopartij spelen. Het belang van vriendschappen heb ik me ook al eens goed gerealiseerd door een half jaar weg te zijn, ook tijdens deze vragenuurtjes in mijn hoofd bedenk ik me des te meer dat die vrienden er gelukkig zijn.
Als hulp in tijden van organisatorische en emotionele nood is er gelukkig altijd een methode om Het Antwoord niet verder van je weg te zien drijven: lijstjes maken. En een sessie hardlopen met de papa in Bennekomse bossen doet ook wonderen. Eindresultaat: ik zit met beginnende spierpijn, een grote kop thee en fijne muziek op een lijstje te maken. Een lijstje van de zaken die ik deze week echt even moet regelen. En de Grote Toekomstvragen? Ik heb besloten die nog lekker even toekomstmuziek te laten. Mijn werk in het fijnste café van Leiden geeft me de financiële middelen die ervoor zorgen geen acute stress bij het einde tijdperk IBG te voelen én bieden bovendien een invulling aan mijn enigzins lege dagen. En over een jaar of dertig prik ik nog een blokje kaas weg en zeg ik tegen een neefje of nichtje: "Ach, toen ik jouw leeftijd had, had ik er ook last van. Het goede nieuws is dat het wel weer over gaat." En hoe ik dan precies tot die wijsheid ga komen, dat merk ik gaandeweg wel.

woensdag 16 juli 2008

Één taal is geen taal

Wanneer is iets je eigen taal? Na een jaarlang communiceren in het Engels, bij tijd en wijle Frans en bijna nog minder regelmatig in het Nederlands, zit in het Nederlands denken er niet meer in. Dromen gebeurt ook in het Engels; zelfs de cover van het blad dat de vrouw in mijn droom naast mij leest is in het Engels. Ja, zo gedetailleerd droom ik nu eenmaal, met covers, snoepverpakkingen en verkeersborden en al. Overschakelen gaat zo snel dat ik bij een Frans restaurantje in Oxford L'assiette gourmande, s’il vous plaît bestel. Begin je in het Frans, maak ik het Frans af. Dat is altijd beter nog dan de wijnkaart die ik bij een ander restaurant aantrof met de verwarrende Pink wines, maar dat terzijde. Feit blijft dat al die taalwisselingen verwarrend zijn en een interessant-doenerij-effect op mensen hebben dat niet terecht is. Mijn eigen taal, waarmee ik dan toch het Nederlands bedoel, is niet meer wat het geweest is. Ik ben altijd al een ster geweest in het mengen van onderdelen uit verschillende uitdrukkingen (dat gaat dan nog) of (nog ernstiger) het verzinnen van frases die slechts opgetrokken wenkbrauwen tot resultaat hebben. Maar zeg nou zelf, hoe zou jij kijken als iemand tegen je zou zeggen "Driemaal is scheepswerf"? Als ze daarna ook nog eens verbouwereerd kijkt omdat ze doorheeft dat er iets niet in de haak is, maar wat precies bevat ze niet. Ik zou ook een wenkbrauw optrekken. Maar goed, dit buitenlandverblijf heeft er nog een schepje bovenop gedaan. Ik denk nog steeds in het Engels, en deze deformatie zorgt ervoor dat ik tegenwoordig zinnen uitspreek die niet lopen, waarvan de volgorde beroerd is of de uitspraak te Engels is. En nog erger is het dat ik regelmatig de zonde bega van het verhalen overgieten met Engelse zinsneden. The You know's zijn gelukkig van de lucht, maar ik betrap mezelf wel op Basically, fair enough, oh dear. Gaat vast weer weg.
En zo kwam ik er binnen een week na thuiskomst ook nog eens achter dat ik in het buitenland ook nog eens een beroerde kennis van mijn eigen taal heb verspreid. Het scheelt dat de pupil in kwestie het niet zal weten als ik hem slecht Nederlands aanleer, maar toch voelt het didactisch niet verantwoord. Zo stond ik op een feestje van mastergenoten van een vriendin in Oxford en raakte ik in gesprek met een half-Nederlandse jongen. Hij wist een liedje voor zich uit te hummen waarbij hij van mij graag de tekst zou horen. Zes paar ogen in het keukentje waren op mij als Echte Nederlander gericht. Een kinderliedje, dat zou kinderspel moeten zijn. En dus maakte ik er maar iets van. Net zoiets als die "Driemaal scheep eh driewerf hoera?"-mix up merkte ik zelf direct dat er iets niet in de haak was. Maar ik kon het niet laten blijken. Want als ik nu nog aan die Britten en Amerikanen uitmoest gaan leggen dat ik ze een liedje heb geleerd over een Hansje Brokken en dat brokken eigenlijk iets heel anders betekent en dus ook niet de echte tekst niet is...Het was al erg genoeg dat ik de etymologische achtergrond van het liedje niet uit kon leggen.
Ik nam nog een extra slok bier en babbelde lekker door. In het Engels. Oh dear. Wat betekent het om een moedertaal te hebben? Als ik die taal momenteel niet zo goed spreek als ik zou willen én ik nog steeds droom in een andere taal? Hoop dat dit niet betekent dat ik mijn Nederlanderschap moet gaan verdedigen. Gelukkig is mijn afstudeerexamen lekker in het Engels...

vrijdag 11 juli 2008

Thuiskomst

Na het afgelopen half jaar in verschillende steden, landen en vanzelfsprekend dus ook verschillende huizen te hebben gewoond heb ik mijn kunnen wel bewezen van het snel wennen op een nieuwe stek. Toen ik terugkwam naar Leiden dacht ik dat deze intrek dus een eitje zou worden. Als ik er al twee maal in wildvreemde omgeving in geslaagd was me na twee dagen ergens thuis te voelen, dan moest het in mijn eigen huis toch wel sneller kunnen. Niets is minder waar.
Na terugkeer (met een vertraging van 2 uur, doorgebracht zittende in een stilstaand vliegtuig) en ontvangst van mijn sleutels uit handen van Zus was het moment daar. Ik draaide de sleutel in het slot en stapte na een half jaar mijn eigen huis weer in. Verkerend in een stuk stoffigere staat, veroozaakt door de verbouwing door mijn huisbaas. Vol verwachting klopte mijn hart toen ik mijn kamerdeur opende. Ik herkende het nog. Mijn spullen stonden er nog. Maar toch voelt het anders als er een half jaar iemand anders in je domein heeft gewoond. Je thuis is toch letterlijk je terugvalbasis, de plek waar je je terugtrekt om tot jezelf te komen. En als iemand anders dat dan heeft gedaan op diezelfde plek met een nogal andere leefstijl, dan is dat best een vreemd gevoel. De oplossing voor orde freaks zoals ikzelf is dan dus het letterlijk naar buiten vegen van andermans aura. Een half jaar mocht het haar thuis zijn, nu was het mijn beurt weer. En dus sloeg ik aan het luchten, schoonmaken en schuiven met meubels. En langzaam zag ik mezelf weer terugkomen. De meubels zette ik wel anders neer dan voorheen, om een gevoel te voorkomen dat ik terug bij af ben. Mijn avontuur is ten einde, en mijn kamer moet nu mijn thuisbasis weer worden, om klaar te zijn voor de nieuwe avonturen die op komst zijn. Het ophangen van mijn foto's en het schoonmaken hielpen al enorm. Maar wat hielp me deze week gek genoeg het meest om me weer thuis te voelen?
Het langsstuiven van twee brandweerwagens toen ik op de Breestraat liep. Na een paar maanden Parijs en in mindere mate ook Oxford ben ik haast immuun geworden voor het geluid van sirenes. Ieder moment van de dag hoorde ik daar wel iets langsjammeren. Maar de Nederlandse sirenes hebben een ander effect op me, en hebben dat altijd al gehad. Allereerst is het geluid van Nederlandse sirenes voor mij veel herkenbaarder als signaal van een foute boel. Maar het is vooral het gevoel dat mij altijd direct bekruipt als ik sirenes hoor en de wagens zie rijden. Het gevoel van onheil bekruipt me en knijpt zachtjes mijn keel dicht. Dat had ik in Parijs en Oxford in veel mindere mate. En ondanks het feit dat ik me in beide steden ook meer dan thuis voelde, besefte ik me opeens een groot verschil toen ik verder zeulde met mijn boodschappen. In Leiden kijk ik altijd welke kant de wagens op rijden en bedenk dan direct welke vrienden van mij in die richting wonen. En dat geeft toch aan dat dit nu mijn echte thuis is. Ik liep door, liep mijn huis in en keek nog eens om mij heen. Mijn thuisbasis, compleet met foto's en kaarten van alle avonturen in Parijs en Oxford omdat die ook nog steeds mijn thuis een beetje zijn. Maar toch, nu voelde ik het. Ja, Marleen is weer thuis.

dinsdag 1 juli 2008

Summertime

Het zou in principe niet stressvol moeten zijn. Het zou ook eigenlijk geen stof tot nadenken moeten geven. Helemaal niks. Als je naar een park gaat om daar wat te liggen, lezen en zonnebaden, dan zou dat het toppunt van vakantiegevoel moeten zijn. Nu ging ik voor dat doeleinde op pad naar de University Parks, omgeving waar ik me normaal gesproken slechts hardlopend begeef. Dit keer ging ik om te chillen. Ik vind het persoonlijk altijd best een stressvol moment wanneer je besluit waar je je neer zult vlijen. Zoveel ruimte, het aanbod van plaatsen is enorm. Je wilt wel een beetje in de buurt van andere mensen zitten/liggen, maar niet te dichtbij. Omwille van hun privacy maar ook je eigen. Maar alleen gaan liggen is saai, iets hebben om naar te kijken is essentieel. Zoals een groep frisbee-ende jongelingen. Zolang je niet te dichtbij gaat liggen (omwille het risico van een plastic gevaarte snoeihard op je hoofd) is dat garantie van coolness op dat veldje en dus van niet-vervelen.
Vorige week bij inleveren van mijn scriptie verzuchtte ik graag deze hele week te willen doorbrengen met ontspannende activiteiten die geen enkele hersenactiviteit zouden vereisen. Vandaar deze uitstap naar het park. De zon scheen, ik was gewapend met zonnebrand, water, handdoek én een hersenloos boek. Op weg naar het park feliciteerde ik mezelf al even met het bereiken van het juiste niveau van voorbereiding. Dus daar ging ik. Slechts een paar dagen geleden leverde ik mijn scriptie in, nu ben ik al gewend aan het niets hoeven doen. En zelfs stilliggen kan ik nu! (Dat is ook nieuw, geloof me). Mijn enige uitstap vanuit het park was het ophalen van mijn hardcover versie van mn scriptie, donkerblauwe kaft met gouden letters. Om na dit korte nerd-intermezzo terug te keren voor een pique-nique met Fran, stokbrood, kaas en wijn. Lang leve de zomer!
Maar blijkbaar zijn die hersenen van mij zelfs dan niet makkelijk uit te schakelen. Het nadenken over locatie op het gras, wil ik slapen of wil ik lezen (ok, dat is niet echt een moeilijke vraag maar vereist toch enig wikken en wegen) en wat voor wijn drinken we bij de picknick, dat is nog best vermoeiend. Misschien de dag erna maar weer naar het park. Om bij te komen van dag 1. En dit keer probeer ik niet eens te stoppen met nadenken. Misschien ben ik op mijn best als ik een beetje voor me uit mijmer over allerhande zaken. Of wanneer ik slaap. Daar zou ik mijn geld persoonlijk op in zetten.

donderdag 26 juni 2008

Ergo!

Ik kan even niets meer schrijven. Gewoon, omdat ik uitgeschreven ben. Ik ben er helemaal klaar mee.



Met die scriptie dus!!!

donderdag 19 juni 2008

The Bieb and the Beautiful

Daar zat ik. Voor de tweede keer was ik met de bus afgereisd naar Londen om daar in een bibliotheek een paar kaarten van Rose voor mijn scriptie te raadplegen. Voor de tweede keer zat ik met mijn nummertje in de hand te wachten in de wachtruimte om naar een bureau te worden geroepen om dan een readers pass te krijgen. Voor de tweede keer, omdat ik de vorige keer geen geldig bewijs van adres bij mij had. Ik nog uitleggen geen rekeningen te ontvangen op dat adres, dus dat ik daarom geen electriciteits-, telefoon- of vuilniszakkenrekeningen uit de laatste drie maanden kon overhandigen. En dat die rekening van mijn kamerhuur in combinatie met paspoort en collegekaart toch ook wel vertrouwenswekkend moest zijn. Neen. Ik mocht er niet in. Dus rende ik de dames WC in om daar een potje te grienen om daarna buiten mijn papa te bellen voor wat bemoedigende woorden. Die kreeg ik gelukkig, net als wat meelijwekkende blikken van voorbijgangers. Gauw zette ik mijn enorme zonnebril weer op en keerde ik terug naar Oxford. Zonder bibiliotheekpasje.
Dus toen ik terugging was ik voorbereid. Wederom gewapend met paspoort (mét boevenfoto, dat was misschien ook wel het probleem bedacht ik me opeens), collegekaart én ditmaal met een brief van supervisor én een bewijs van accomodatie van Worcester College stapte ik 's ochtends om 8 uur semiwakker naar het busstation. Na een barre tocht door de ochtendspits wist ik in ieder geval als een ware kenner naar de bieb te komen. Immers, ik was er al eerder geweest. Ik haalde diep adem en toog naar binnen.
Aan mijn vastberadenheid kwam rap een einde toen ik aan bureau één werd geroepen. Een opgetrokken wenkbrauw deed het ergste vermoeden en ja hoor: 'nee sorry, dit kunnen we niet accepteren.' Wat bleek, de verklaring die ik had gekregen was dan wel ondertekend, maar bevatte geen stempel. En zonder stempel geen lezerspas.
Voordat ik het wist biggelden de tranen over mijn wangen. Wat een dramatisch gezicht moet dat zijn geweest. Ik zie het script al voor me: Meisje met grote zware laptoptas en vastberaden blik in haar ogen loopt naar bureau. Gaat zitten en wordt met één zin gebroken. Barst in tranen uit. Stamelt nog de tekst 'Oooh sorry dat ik nu aan uw bureau zit te huilen maar het is de tweede keer [melodramatische zucht onderbreekt het beven] en ik heb volgende week mijn scriptiedeadline'. Mevrouw gaat overleggen met collega, en komt terug.
Toen ze terugkwam vertelde ze me gelukkig dat ik een optie kon krijgen zodat ik in ieder geval mijn materialen al kon bestellen voor wanneer ik terugkwam. Haar collega zou me daar wel even mee helpen. Die collega bleek een heel charmant geval van een jaar of 28 te zijn, die me bemoedigend toesprak en me een glaasje water bracht. Ik voelde me direct een beetje beter. En toen hij daarna ook nog eens zei: 'Niemand van je vrienden hier vertellen hoor, maar ik geef je een maandpas´, veranderde hij terstond in Mijn Held. Na het maken van nog een prachtige foto voor mijn collectie Boeven- en Pafferige Foto's van dit jaar kreeg ik mijn pasje. De opluchting was groot.
Meisje veegt langs haar ogen, tilt zware tas op en probeert enigzins stoer langs de starende mensen op de bank te lopen. Mensen op de bank staren. Laatste shot: meisje schenkt vriendelijke glimlach aan het personeel en verdwijnt uit beeld.
Ik denk dat ze wel doorhadden dat het Ware Tranen waren, en geen gesnik-om-je-zin-te-krijgen. Want die scriptie krijg ik heus wel op tijd af, maar al het harde werken begint toch zijn tol te eisen. Wat een geluk dat ik toen ik de kaartenzaal inliep en aan het werk kon toch nog met plezier naar die kaarten keek.
Mocht ik nog eens teruggaan naar die bieb, dan ben ik benieuwd of er nieuwe problemen zullen zijn. En zal ik natuurlijk ook goed op letten op de gangen of Mijn Held niet toevallig net langs komt vliegen. Wie had ooit gedacht dat het bibliotheekleven zo spannend kan zijn.

vrijdag 13 juni 2008

Matriculation tralala

Sinds vandaag ben ik officieel lid van de University of Oxford. Ik vroeg me gisteren voordat ik ging slapen af of dat nou anders zou voelen? Zou je opeens gewichtiger door het leven gaan, of zou mijn herseninhoud opeens schrikbarend veel toenemen (lijkt me namelijk een pijnvolle toestand als dat plotsklaps zou gebeuren, moet toch op zijn minst een migraine-achtig effect hebben..)? Enigzins bevreesd werd ik vanochtend dus wel wakker. Ik had al begrepen dat de hele matriculation ceremonie slechts enkele seconden zou beslaan, wat het alleen maar pijnvoller deed klinken. Hoewel, het klonk ook erg aanlokkelijk: met nog 2 weken op de teller tot de thesis deadline zou een langere ceremonie waarschijnlijk te stressvol zijn voor enkele mastergenoten. Enigzins excited was ik ook wel voor deze dag: ik keek er stiekem al best lang naar uit, en het zou weer eens wat anders zijn dan een daglang in de bieb.. Gehesen in mijn sub-fusc* begaf ik me met Raquel naar Mansfield College.
De Matriculation betekent op de lijst van de Universiteit worden bijgeschreven, matricula betekent namelijk lijst. De Dean of Degrees van ieder college neemt zijn pupillen mee naar de centrale locatie, alwaar een ceremonie plaatsvindt. De aanwezige studenten worden in het Latijn gepresenteerd (geen gedoe met uitspreken van ingewikkelde officiële Nederlandse namen helaas, dit gebeurt in een zin voor de hele groep) en daarna wordt slechts 1 zin uitgesproken. Gelukkig werd het geheel opgehipt met een speech over hoe bevoorrecht we toch wel zijn om in Oxford te mogen studeren, en werd ons op het hart gedrukt alle mogelijke kansen te benutten met de laatste grammetjes van onze energie. Blijkbaar was er toch enig besef van de timing in het academisch jaar. Maarja, de matriculation aan het begin van het jaar hadden wij vanzelfsprekend gemist, dus ik was toch wel erg blij mee te kunnen doen met deze bezemwagen-ceremonie.
En hoe voelde ik me na afloop? De woorden van de vice-chancellor hadden hun uitwerking, ik voelde me bevoorrecht! En eveneens niet langer een neppe Oxford student. Toen we naar een pub liepen voor een stevige pub-lunch, voelde ik me een Echte Oxford Student (wat dat ook mag betekenen), en niet langer slechts een Visiting Rewarded or Other Student, zoals mijn collegekaart zegt. Maar ja, die zegt ook dat ik een Matriculated student ben, pas sinds vandaag echt waar. En daardoor voelde ik me toch een beetje een oplichter. De opluchting was groot, de noodzaak van een lunch nog groter. Als matriculated students smaakte de Engelse pub-lunch nog beter dan anders.
En wat ik ook maak van de rest van mijn leven, deze heb ik staan. Ik zie het mezelf al trots zeggen terwijl ik ergens onder een brug in Parijs in een doos woon. En mocht ik beter terecht komen dan dat, dan is het nog steeds cool. Nu die scriptie nog afmaken en daadwerkelijk een diploma binnenhalen. Wie weet doe ik morgen mijn sub-fusc wel weer aan, om de focus te behouden!


Tijdens de fotosessie na de ceremonie werd ons de opdracht gegeven: denk aan je thesis. Dit is het charmante resultaat.. Zie voor meer foto's de fotolink!





* sub-fusc is de officiele kledij die verplicht is voor matriculation en exams en dergelijke: mijn gown, witte blouse, zwarte rok en kousen, zwarte schoenen, zwart strikje om je nek en hoed (mortorboard) in de hand. Kleur van mijn lingerie werd niet gecheckt trouwens..

vrijdag 6 juni 2008

Koffie, pillen en een wachtruimte. Parijs of Oxford?

Wat was het heerlijk om in Parijs het Franse systeem van van alles de schuld kunnen geven. De aanblik van de roze Barbie-dokterspost op St Michel staat nog op mijn netvlies gebrand. En hier was ik, luttele maanden later, aan de andere kant van het Kanaal. Medische Detective part 2.
Na zorgvuldig berekenen -dacht ik- bleek ik toch een foute inschatting te hebben gemaakt aangaande mijn palet met zes kuub medicijnen voor deze trip. En laten het nou net de anti-hooikoorts medicijnen zijn waarvan ik het einde van de laatste strip angstvallig dichterbij zag komen. Nu is het hier zowaar nog pluiziger en kriebeliger dan in Nederland, dus ik moest en zou die medicijnvoorraad aanvullen. Anders doemde het einde van mijn vooralsnog voorspoedige scriptiewerk en algeheel functioneren (momenteel een tweederangs streven, maar toch hoogst onhandig..). Navraag bij de Boots pharmacy, gewapend met medicijnpaspoort, bijsluiter en strip met wat van mijn laatste blauwe makkers, leidde eerder al tot de conclusie dat mijn Nederlandse recept niet voldoende was. Ik moest een recept hebben van een Britse GP*. Ok, fair enough.
Dus ik besloot dat ik vandaag toch wel mijn slag moest gaan slaan, anders zou het Te Laat zijn. Na een rondje bellen had ik de juiste praktijk te pakken voor mijn college. Op weg naar de praktijk even huur betaald, en daar ging ik op mijn flitsende fiets (mét mandje nog immer) naar de praktijk: efficiënt begin van de vrijdag. Formulieren invullen, daar ben ik inmiddels een ster in dus dat ging soepel. De wachtkamer zelf zou trouwens een briljante setting zijn voor zo'n geniale Britse komedie, maar dat terzijde. Na een paar uur in de bieb was het tijd voor mijn afspraak. Dezelfde dag, wat een luxe! Na meer dan een half uur in diezelfde wachtruimte te hebben gespendeerd (ok, ik weet dat het een wachtruimte heet, maar minstens een half uur is toch opmerkelijk. En toch is het altijd zo) mocht ik naar binnen.
Om daar van een uiterst vriendelijke arts te horen te krijgen
...
dat ik helemaal geen recept nodig heb om tabletten met die werkzame stof te krijgen! Ze had het sowieso al niet zo op die apotheek, wisselde te snel van pharmacist, vertrouwde ze me toe, maar dit sloeg toch wel alles. Ze belde voor de zekerheid toch even een andere apotheek en kreeg de bevestiging dat ik inderdaad gewoon tabletten kon afhalen. Om me vervolgens te vertellen dat ze eerder die dag ook al een Nederlandse patiënt had gehad, of dat misschien familie was? Raden was wat moeilijk, omdat ze netjes vanwege beroepsgeheim geen naam noemde, maar voor zover ik weet heb ik momenteel even geen familie rondlopen hier. Dit was dus in ieder geval een gelegenheid tot wat small talk, maar ja daarvoor had ik de bieb niet hoeven verlaten. Behulpzaam probeerde ze nog of ik niet toevallig nog wat van mijn lijstje wilde hebben, maar na haar ervan te hebben overtuigd voldoende voorzien te zijn toog ik dan toch maar naar de apotheek. Een andere dan de Boots welteverstaan. Om daarna snel een grote koffie te gaan halen. Vertel me zelf graag dat ik haar Frans?/Engels? niet zo goed begreep en dat ze zei dat veel koffie ook helpt tegen te hooikoorts. Voor zo'n boodschap wil ik m'n talenknobbel best even flink shuffelen! Me tegelijkertijd realiserend dat ik het Franse systeem niet van alles de schuld kan geven, blijkbaar gebeuren dit soort dingen ook in het overgeorganiseerde Engeland. Ik nam nog een slok en vervolgde mijn weg terug naar de bieb.

GP = huisarts (General practitioner)

Ode aan de UB mattie




















Waarom de UB vriend een ode verdient:
- omdat hij/zij je altijd wil vergezellen voor koffie
- omdat hij/zij je ook vaak verteld dat je door moet werken en niet alweer met pauze mag gaan
- omdat je met hem/haar altijd hersenloze gesprekken mag voeren in de pauzes
- omdat je hem/haar ook de oren van het hoofd mag kletsen over cartoon maps, stereotypen en de Britse foreign policy rond 1900. Toehoorder is intussen toch al geswitcht naar het kanaal 'ik doe net of ik luister maar maak intussen een boodschappenlijstje voor vanavond'
- omdat hij/zij altijd je geklaag aan wil horen over hoe zwaar het is vandaag omdat het maandag/dinsdag/wanneer dan ook is
- omdat je ook heel af en toe mag juichen als het goed gaat. (Zolang je het moment maar voorzichtig uitkiest, anders riskeer je een blauw oog/ dodelijke blik)
- omdat hij/zij soms de reden is waarom je toch nog maar een paragraaf tikt omdat het sowieso gezien zal worden als je alweer naar de internetcomputer loopt om facebook te checken
- omdat hij/zij een reden is om toch 's ochtends je bed uit te komen omdat je beloofd hebt een bepaalde tijd in de bieb te zijn (anders had je jezelf verteld wel een uur langer te blijven en je dus nog eens lekker omgedraaid)
- omdat hij/zij je af en toe eerlijk vertelt dat je een nerd bent (kennis van de realiteit is gezond)
- omdat samen lunchen altijd leuker is
- omdat hij/zij de reden is dat je niet in jezelf zit te praten op de trappen voor de Bodleian
- omdat zijn/haar smsje je wakker zoemt als je net op je boek in slaap bent gevallen
- omdat het zien van zijn/haar gezicht je doet realiseren dat je niet de enige bent die niet zoveel slaapt
- omdat hij/zij je dan alsnog zal vertellen dat je er top uitziet
- omdat je samen kunt dromen over vakanties en scriptieloze tijden
- omdat je alle bovenstaande dingen ook voor de UB mattie doet, en dat een fijne afleiding is gedurende een daglang studeren

Zo fijn om te merken dat ik hier ook vrienden gevonden heb in de bieb, dat doet de oude Leidsche UB-tijden even herleven en maakt het scriptie schrijven een stuk gezelliger. De volgende keer dat ik in de pub ben, beloof ik een toast uit te brengen omdat samen nerden altijd beter is. Maar eerst nog even verder nerden voor het zover is.

dinsdag 3 juni 2008

Klaar voor de (eind)start?

Na een heerlijk weekendje weg in Londen (ik heb nog nooit een verjaardag gevierd in een hippe stad in het buitenland. Ook nog nooit zover weg van mijn vrienden, maar dat terzijde. Het was top om in een leuke tent in Londen 23 te worden. Mooie score zeg ik.) ben ik nu op het punt aangekomen dat ik al het hele jaar heb zien aankomen.
Ik voel me nu alsof mijn karretje net omhoog getakeld is in een achtbaan, en heel even halt houdt voordat het zo meteen zichzelf met een noodgang de diepte in zal storten. Wel enigzins gecontroleerd natuurlijk, want het karretje zit vast aan een takelbaan. (anders had ik wel een andere metafoor gekozen, zoals bijvoorbeeld een bungyjump.. Duh.) En wanneer het losgaat richting de Grande Finale, dan gaat het ook echt los. Komende weken verwacht ik wel wat loopings, onverwachte wendingen en angstaanjagende zij-effecten. 27 juni is de deadline voor mijn scriptie, dus schokkend vertier gegarandeerd. Ik heb gelukkig nog steeds het gevoel wel controle te hebben, en het gaat allemaal heus wel weer lukken, maar de klok tikt nu hoorbaar.
Dat rollercoaster gevoel komt ook voort uit het feit dat ik weet dat mijn avontuur bijna ten einde loopt. Als ik eenmaal af hebt gezet en de laatste rit richting deadline inzet, dan zal het daarna ook snel over zijn met mijn buitenlandavontuur. Ik heb gelukkig nog ruim een week vrij ingepland in Oxford en omgeving na mijn deadline, maar daarna kom ik al weer naar het Nederlandse!
Dat ik me dit achtbaan risico realiseer, betekent echt niet dat ik nu al ga beginnen met afscheid nemen. Daar is het nog veel te vroeg voor. Maar het betekent wel het inslaan van Red Bull, instantvoedsel en een nog diepgaandere vriendschap met de portiers van de bibliotheek. Want die zullen de komende weken mijn meest geziene makkers zijn.
1,2,3... Here we go!

PS: zie foto's voor een sfeerimpressie van weekendje Londen met Gerjanne, Sarianna en Raquel.
PPS: bedankt voor alle lieve berichtjes, kaarten en pakketten! :)

woensdag 28 mei 2008

Winkelend vee

Langzaam maar hoorbaar adem je nog eens extra in en uit. Je hoort mama's advies van 15 jaar terug nog steeds in dit soort situaties door je hoofd galmen: eerst tot tien tellen! Maar tegelijk overweeg je drastischere oplossingen. Een paraplu tussen het wiel van die ene kinderwagen, of misschien een goed gemikte edoch niet te harde tik op iemands achterhoofd. Dingen die je natuurlijk niet hoort te denken, maar intussen wel doet. Uitvoeren is gelukkig een tweede, maar ik moet bekennen al regelmatig kriebelende handen te hebben gehad..
Locatie? De Cornmarket Street, equivalent van de Haarlemmerstraat, Kalverstraat of Steenweg. Om van A naar B te komen trotseer ik wel eens noodgedwongen de woeste kracht van de mensenstroom op die straat. Of als ik naar een van de winkels ga natuurlijk, maar de irritatie is het grootst als je 'slechts op doortocht' bent. In Leiden vermijd ik de Haarlemmer op zaterdag het liefst zo veel mogelijk. Als ik straks een baan heb, heb ik niet meer de luxe van winkelen op dinsdagochtend, dus zolang het kan hobbel ik vrolijk op dat soort dagen naar de HEMA, de zaterdag zoveel mogelijk mijdend.
Ik weet dat ik snel loop, sneller dan de meeste mensen. Maar het lijkt wel of alle winkelende mensen in een straat als de Cornmarket een competitie doen wie het allerlangzaamst kan zijn. Speciale awards worden klaarblijkelijk uitgedeeld voor Meest Onverwachte Stopmomenten en Meest Opstoppende Manouvres naar Links dan wel Rechts. Vergeet daarbij ook niet de prijzen voor Paraplu in Oog en Tas tegen Scheenbeen, een ware jackpotverschaffer indien opgemerkt door één van de incognito juryleden.
Tel daarbij op de Big Issue verkopers, Animal Abuse activisten en de ene man die altijd de Bijbel schreeuwend loopt voor te lezen, en de uitdaging is compleet. Als ik deze straat heelhuids en zonder slachtoffers te maken probeer door te komen, denk ik nog altijd aan het Apenkooien op de basisschool. En aan dat voorstel dat ik voor de Leidse gemeenteraad klaar heb liggen. Klein beginnen, maar mijns inziens kan dit concept landelijk en zelfs Europees worden ingevoerd. Stel een tweebanen systeem in, met de buitenste baan voor alle mensen die opeens naar etalages en winkels toewillen en een binnenbaan voor de mensen die Gewoon Door Willen Lopen. Ik weet zeker dat een spitsstrook op deze manier geen enkele discussie op zal leveren en iedereen blij zal maken! En dat lijkt me hier ook prima passen in het Engeland van het queuen voor bushaltes en kassa's.

donderdag 22 mei 2008

Elijah, de Blackwell's en bloody hell!

Na de heerlijke film Paris van Cedric Klapisch te hebben gezien terwijl ik in Parijs woonde (ach en wee, dat lijkt lang geleden!), begonnen mijn ogen te glinsteren bij het zien van de posters voor een ware Oxford film. Nu kan ik natuurlijk de nodige portie Oxford binnenhalen met het kijken van Lewis en Inspector Morse, maar dat bewaar ik wel voor na terugkeer in Nederland. Nee, The Oxford Murders beloofde een waar spektakel te worden. Ok, de poster zag er een klein beetje als een Da Vinci Code rip-off uit, maar wie weet was het een goed verhaal! Ik keek de middag voordat ik naar de bios ging even de trailer bij mijn trouwe vriend imdb.com (de enige reden dat ik af en toe wat kennis bezit die in de buurt komt van filmkennis). Best veel angstig uitziende hoofden en een portie bloed. En dat gecombineerd met wiskundige raadsels. Die raadsels vind ik na het maken van wat selectietests met ruimtelijk inzicht vragen en sommen niet erg eng meer, maar de combinatie met moorden.. Kon ik dat wel aan?
Het bleek meer een kwestie te zijn of mijn buikspieren het wel aan zouden kunnen. May I remind you, dit was dus geen komedie maar een soort thriller. maar wat heb ik gelachen. Plot? Slecht. Plotwendingen? Zelfs voor minder scherpe filmkijkers waren er geen verrassingen. Taal? Stel je heerlijke Britse zinsneden voor zoals 'Bloody hell!' maar dan uitgesproken door een Amerikaan die niet kan acteren en dus klinkt als.. juist. Een Amerikaan. Liefdescènes? Hilarisch. Stel je een vrouw in de keuken voor, die slechts gehuld in een schort spaghetti staat te koken. Om het helemaal af te maken daarna de voltreffer van Elijah Wood: 'It's just me, you and the spaghetti'. .. Slechts eerbiedige stilte is hier gepast. Die enge hoofden? Bleken gewoon goed geknipte shots te zijn, niks spannends aan. Beelden van Oxford? Kijk, now we're talking. Dat maakte deze filmtrip dan wel weer geslaagd. Het blijft fantastisch om personen in een film rond te zien lopen door je eigen favoriete boekenwinkel, langs de bieb waar je uren doorbrengt, langs cafés waar je eveneens uren doorbrengt. Dat was er heerlijk aan, en bovendien heb ik door de elkaar opvolgende lachsalvo's genoeg buikspieroefeningen voor weken gedaan. Toen ik de bioscoop uitliep, ving ik een Nederlandstalig gesprek op van een echtpaar achter me. Zonder me ermee te bemoeien (die mensen zijn ook lekker eens weg en denken dat niemand ze kan verstaan) vroeg ik me af of de ontgoochelde grijns op hun gezicht ook iets te maken zou hebben met mijn favoriete zin uit de hele film: 'Let's run away together, far from here. Far from Oxford, where there are no books!' Juist, tijd om weer lekker terug naar mijn boeken te gaan.

dinsdag 13 mei 2008

Nerd alert! Nerd alert!


Als je dit soort dingen in je vrije tijd gaat doen, dan is dat duidelijk een signaal van nerdigheid. Vooral omdat het nu zaterdagavond tien over twaalf is..
zie: http://crappygraphs.com/user_graphs/?id=1938, en je kunt daar zelf je eigen grafiek maken van wat dan ook.
Ok, nu tijd om te gaan slapen want morgen weer door aan mijn database voor vak in Parijs. Het komt door die computing course aan de Sorbonne, het is ook helemaal niet gezond om historici aan de statistische gegevens en factorial analysis te zetten!

England calling

Schrijven is iets moois. Een blog ook, omdat je dan een kanaal hebt om die schrijfsels te delen met een -al dan niet gewillig- luisterend publiek. Maar een blog betekent ook een verantwoordelijkheid één keer in de zoveel tijd iets nieuws te plaatsen. Die berichten komen er vooralsnog eigenlijk vanzelf, maar het laatste bericht is nu alweer van ongeveer 2 weken geleden. Ai! Zou het dan dit keer toch een waarbenjij.nu verhaal worden met 'en toen ging ik daarheen en toen stootte ik mijn teen (echt gebeurd) en toen ging het regenen en toen en toen en dat is dus the Royal Albert Hall'? Nee, daar heb ik geen zin in, en jij ook niet.
Grootste gemis in mijn verslag van Oxford so far? Het vermelden van mijn black tie dinner op Mansfield College, vorige week woensdag. Ik was pas op mijn eerste formal dinner in Hertford College, well, deze keer was het onze beurt om een exchange formal te hosten. En in Mansfield stijl was dat een black tie dinner. Fantastisch weer hier, dus in de jurk over straat was geen probleem, heerlijk om eindelijk geen jas meer mee te hoeven nemen! Studenten van Mansfield, Hertford en Brasenose ontmoetten elkaar in de hal van mijn prachtige college, en de predinner champagne werd genuttigd op de oprijlaan. Geniale setting! Stel je een groep mensen voor die zich fantastisch uitzien, een stralende zon en een blauwe lucht, fris groen gras. Oja en vergeet de champagne niet. Groot hoogtepunt eerder die dag was het aanschaffen van mijn gown (een soort toga, interessant geval mag ik wel zeggen: een soort gilet met lange flappen en extra vreemde flappen) en die gown werd dus gedragen bij de formal hall. Heerlijk viergangenmenu in de prachtige dining hall, en daarna naar de kapel voor port en chocolade. ... De locatie deed me mijn wenkbrauwen even fronsen, maar dat staat niet zo goed bij een sexy jurk, dus toog ik toch met de rest naar de alcohol. Toen de avond in de college bar werd voortgezet, voelde ik me wel weer iets meer op mijn plaats. De gown ging uit, en het bier op tafel. Deze avond gaf me een heerlijk gevoel: ik hoor hier. Mijn college is intussen míjn college, ik heb een gown dus ben klaar voor mijn matriculation* en ik kom bekenden tegen op straat. Zo ook mijn ouders, maar ik wist in ieder geval dat ze op bezoek kwamen dus de schok was niet al te groot. Gisteren heb ik met mijn ouders een high tea gedaan in The Grand Café. Fantastisch! Bepaalde elementen van de Britse cultuur kan ik wel waarderen!
Mijn scriptie begint zowaar ergens op te lijken, en intussen heb ik mijn eerste Londen-trip ook al gemaakt: heerlijke zomerse dag die een goede eerste kennismaking met die mooie stad vormde.
Ik blijf me verbazen over de Engelsen: met dit zomerse weer heb ik voortdurend flashbacks naar mijn Malta-vakantie: grooooote, blooooote, roooooooode lijven waar je ook kijkt. (weten jullie nog wat ik bedoel An en Es?) Dat de pub af en toe om 22.30 u al dicht gaat, vind ik ook nog steeds moeilijk te behappen en mijn respect voor de grasonderhoudcapaciteiten van de college tuinmannen groeit met de dag. Cricket vind ik nog steeds intrigerend, punting** staat nog steeds op mijn todo-list en ik moet ook nog steeds mijn eerst Pimm's nuttigen. Ik ben al wel hard op weg om zoveel mogelijk guest ales in de pubs te proberen (wisselende ales op tap) en ik heb mijn eerste serieuze verkleed-partijtje gehad: een rave bop in Linacre College. Eén foto daarvan leek me wel weer genoeg informatie ;). Goed, tijd om weer aan de studie te gaan. Want het schrijven van blogs is dan wel erg leuk, die scriptie moet ook nog steeds geschreven worden...
Cheerio to you all, and see you soon!

* matriculation = een happening waarbij je officieel lid wordt van de universiteit van Oxford. Voor mij gaat dat plaatsvinden op 12 juni, tenue is voorgeschreven: gown, lintje en de hoed in de hand, zwarte rok, zwarte kousen en witte blouse. Groot voordeel van die dress code is dat je ze op straat direct kunt herkennen ;)
** punting = 'varen' in een platte boot waarbij je jezelf voorduwt met een lange stok. Een traditie die voornamelijk in Cambridge en Oxford hooggehouden, ideaal vermaak op warme dagen.

zondag 4 mei 2008

May Day

Het was donderdagochtend, rond een uur of vijf. Mijn wekker ging, ik sprong uit bed en bijna in één vloeiende beweging door onder de douche (vloeiend vraagt net iets teveel coördinatie voor dat uur van de dag). Ik wist waarom ik op dit vreemde uur opstond, en ik was er klaar voor. Het was de eerste dag van mei. Gedurende studiereizen in voorgaande jaren was ik al bekend geraakt met de betekenis van deze datum wanneer het de connectie met arbeid betreft, maar nu ging het om iets anders. May Day, ik had erover gehoord van medestudenten: het zou zeker de moeite zijn om bij te wonen.
Ik crosste slaapdronken door de stad, zette mijn fiets ergens vast en vervolgde mijn weg lopend richting Magdalen Bridge bij Magdalen College. Een grote mensenmenigte had zich al onder aan de toren verzameld, vreemd genoeg zichzelf verspreidend over het asfalt tot aan de stoepranden, de stoep zelf volledig vrijlatend. Omdat ik niet Brits ben, kon ik dus lekker doorlopen tot helemaal vooraan. De brug zelf was afgezet, met aan weerszijden dranghekken en een stuk of tien agenten in fluoriserende gele hesjes. Boxen waren her en der opgesteld, en iedereen tilde zijn hoofd verwachtingsvol op en richtte de ogen op de toren. Het was bijna zes uur, het was bijna zover. Daar zag ik iets wits wapperen op de toren. Ja, ik zag ze! Het koor van Magdalen College stond op de toren om volgens traditie de opkomende zon tegemoet te zingen.
Helaas duurde het zingen slechts een seconde of dertig, maar mooi was het zeker. De menigte was bijna volledig stil, een paar lallende mensen daargelaten die de hele nacht door waren gegaan. Ik heb zelden zo'n scherp contrast tussen elementen van een samenleving gezien: enerzijds de Britse koorcultuur, en mensen die zelfs zonder aanwijzing van Het Gezag zichzelf langs imaginaire grenzen op het asfalt organiseren. Anderzijds zag ik die minder charmante kant van de Britse samenleving waardoor mijn mond open blijft vallen: dronken mensen, vrouwen in te korte en te kleine jurkjes, met teveel vlees en op te hoge hakken. Interessant contrast, dat wel. Maar de geur van dat deel van de menigte maakte me om 6.00 u 's ochtends niet heel gelukkig! Begrijp me niet verkeerd, dit is niet alleen tot de Britse samenleving beperkt, loop maar eens een rondje door Leiden op 3 oktober 's ochtends zou ik zeggen. Maar toch, het contrast was hier wel erg scherp.
Mijn avontuur eindigde en mijn dag begon. Ik liep terug om mijn fiets te pakken, die ik op Radcliffe Square had gezet: lekker centraal en helemaal leeg. Niet meer, want toen ik terug liep was het morris dancing daar begonnen. Een andere traditie van May Day: een vorm van Engelse volksdans met allerlei patronen, stokken die tegen elkaar worden geslagen en kekke outfits. Zie foto's voor meer. (fiets kon ik na 15 minuten alsnog weghalen..)
Het ochtendritueel diende te eindigen met een ontbijt. Ik kwam iemand van Mansfield tegen, en ging met hem en medestudenten mee. We kwamen uiteindelijk terecht in een restaurantje in de buurt van mijn huis, wat goed uitkwam omdat ik intussen besloten had toch nog maar even terug m'n bed in te gaan. Ontbijt bestond uit een Bloody Mary shot en een complete English breakfast worstje op brood. Die worst was extreem bijzonder, zo kwam de baas ons uitleggen, want 'zijn uitvinding bevatte alle elementen van een goed Engels ontbijt in één worst!'. Nu vind ik worst als ontbijt sowieso niet echt een succes, en nu kwam ik erachter dat dat niet echt beter wordt als je om vijf uur bent opgestaan en eigenlijk alleen maar wilt verder slapen. De Bloody Mary kon ik daarentegen wel waarderen, en bleek een uitstekend slaapmiddel te zijn toen ik om 8.00 u mijn bed weer in sprong. Wat een dag voordat de dag goed en wel begonnen was! Ik had zo dus eigenlijk mijn eigen Dag van de Arbeid, en die had ik zeker gemist als ik niet in Oxford was gaan studeren.

PS: de brug wordt afgezet omdat volgens een traditie uit de jaren '70 studenten van de brug af proberen te springen. Aangezien de rivier maar 2 voet diep is, is dat nogal gevaarlijk...

woensdag 30 april 2008

Nachtelijk

En wat doe je dan, als je last hebt van slapeloosheid? Ik zou het niet weten, want het gebeurt zeer zelden dat ik niet direct in slaap val wanneer mijn hoofd het kussen raakt. Maar vanavond is zo'n zeldzaam moment dan toch daar. Terwijl mijn landgenoten op dit moment in een oranje outfit gehesen in polonaise door de straten hossen, lig ik met open ogen naar het plafond te staren. Ik zou ze net zo goed gesloten kunnen houden want mijn kamer is aardedonker. Maar het klinkt toch beter, met open ogen. Stel je even voor dat ik dus op mijn rug lig, anders waren mijn ogen niet naar het plafond gericht. Voor het dramatische effect laat ik mijn gevouwen handen rusten op de dekens. Prachtig shot.
Hoe dan ook, ik kreeg ineens een briljante ingeving. Want die zuinige momenten dat ik dus wél slapeloos in mijn bed vertoef, krijg ik meestal briljante ingevingen. En omdat die momenten zo weinig voorkomen, ligt mijn Moleskine en potlood nooit klaar voor notities op het nachtkastje maar ergens op een stapel op mijn bureau. Dus moet ik op die zeldzame slapeloze momenten met briljante ingevingen ook nog eens mijn bed uit. Maar als je toch niet slaapt... Ik bedacht me nu opeens dat ik op dit blog pagina's volschrijf over cultuurschokken, koffiedates, bibliotheken en andere avonturen, maar nog geen voorbeeld van mijn scriptieonderwerp heb gegeven! Dat kan natuurlijk zo niet langer. Omdat mijn onderwerp erg vernieuwend, verfrissend en paradigma-verschuivend is (Duh.) kan ik me voorstellen dat niet iedereen zich voor kan stellen hoe een cartoon map eruit ziet. Welnu, dat is ongeveer alsvolgt.
...
Nu zou ik de boel kunnen omschrijven zoals ik ook al voor mijn scriptie inleiding hebt gedaan, maar liever gebruik ik een van de kaarten in kwestie even op de manier waarop meeste historici kaarten gebruiken. Als ze het bestaan van cartografische bronnen überhaupt onderkennen, maar dat terzijde. Ik gebruik de kaart gewoon even als plaatje, als fijne illustratie.



Zo is dan voor jullie wel iets duidelijker hoe mijn bronnen eruit zien. Nu eens kijken of deze nachtelijke activiteit me genoeg vermoeid heeft om in slaap te kunnen vallen. Anders wordt dat toch een pagina of wat voor de scriptie tikken. (Ik zet echter in op de eerste optie...)

(Serio-comic War Map / for the year 1877 / by F.W. Rose.
F.W. Rose is de centrale figuur van mijn scriptieonderzoek.)

maandag 28 april 2008

de Wesp en het Dagelijks Leven

Toch is het mooi hoe snel je went aan een nieuwe situatie (als je geluk hebt tenminste). Door de verhuizingen die er in een pastorie toch wel bij horen ben ik er door de jaren heen nogal aan gewend om te verkassen en in een nieuwe plaats te gaan wonen. En ik merk nu dat dat zijn vruchten afwerpt. Op kamers in Leiden? Spanning en sensatie, maar dat kwam puur door het feit dat ik alleen en extreem volwassen -dacht ik- Op Kamers Ging. Parijs? Ok, natuurlijk een spannende verandering maar na twee dagen voelde ik me er thuis. En nu Oxford. Ik betrapte me er vandaag op dat ik het al zo normaal vind om hier rond te lopen! Vrij hilarisch als je bedenkt dat ik vier weken geleden nog in Parijs rondliep met preventief liefdesverdriet, en twee weken geleden Leiden verliet met enige weemoed. En nu? Ik vind Oxford heerlijk, had mijn weg snel gevonden en voel me echt al thuis. Zonder van mijn verhaal een soort Douwe Egberts reclame te willen maken, het voelt wel echt goed! En als je je ergens thuis voelt, dan voelt het ook alsof je daar hóórt rond te lopen. Maar het sterkste gevoel is daarbij tegelijk dat het zo onwijs bijzonder is dat je er bent. Als ik heimwee zou hebben, zou ik daar helemaal niet bij stil staan, maar ik word nu regelmatig gegrepen door een gevoel Dat Alles Zo Bijzonder Is In Oxford. En af en toe, dan kom ik even met beide benen op de grond terecht.
De spannende gintonic-feestjes van dit weekend heb ik helaas gemist, omdat ik ziek was. Dat zijn nou typisch van die dingen die je doen realiseren dat je ergens een leven leidt met alle normale dingen. Ziek in je bed liggen met de gordijnen dicht bijvoorbeeld, terwijl de zon heerlijk straalt buiten.
Maar de Award voor het grootste down-to-earth moment van deze week gaat naar... Het Wespincident. Ik heb op mijn kamer zo'n raam dat je bovenaan en onderaan helemaal open kunt schuiven. Lekker om wat frisse lucht in mijn kamer te krijgen, en gezien de ranzige stoffige vloer staat dat raam dus vaak open. Maar blijkbaar was er op die vloer iets lekkers te vinden: al twee dagen achtereen kwam er steeds een wesp naar binnen gevlogen om mijn vloer, bed en koelkast (jaja) te besnuffelen, dan weer naar buiten te vliegen en wederom terug te keren. Tot nu toe was het gelukt het beest buiten te sluiten door de ramen op het cruciale moment alle-bei te sluiten (best een knappe manouvre want het beest was best snel). Maar, gisteren kwam ik de kamer ingelopen nadat ik een douche had genomen, en ik hoorde mijn kleine vrind al bijna door de deur heen zoemen. Aargh, hij was weer binnen. En als je dan in je kamer een wesp staat op te jagen en tegelijkertijd je handdoek omhoog probeert te houden, dan voelt dat Heel Gewoon. En als je dan alle buren tegelijk flasht door op het juiste moment het raam dicht te knallen, daarbij helaas twee handen nodig hebt en dus genoodzaakt bent de handdoek los te laten, ach dan is dat zeker Heel Gewoon. Mijn buurmannen hebben genoten denk ik. O, en die wesp, die zat tussen het raam. Morsdood, dat dan weer wel. Als het een echte Bridget Jones scene was geweest, was het beest me razend te lijf gegaan toen ik het raam na enige tijd voorzichtig weer opende. Dat bleef me bespaard.
En die momenten dat je weer met beide benen op de grond staat, die maken de ervaring alleen maar beter. Want daardoor realiseer ik me juist wel weer hoe exciting het is om hier drie maanden rond te lopen. Als ik daar af en toe een minder leuk maar eigenlijk hilarisch moment voor mee moet maken, so be it. Die zouden me in Leiden ook zijn overkomen namelijk.

Nieuwtjes van de week:
- studeren is nu echt begonnen: nog acht weken voor de scriptie te gaan. College is vandaag ook begonnen, ik heb een college in de week en dat is op maandagochtend. Lekker begin van de week dus!
- Hoera, ik heb de laundry service gevonden. Heerlijk, om de hoek van mijn huis in een Worcester gebouw kan ik de wasmachines en drogers gebruiken. Hoef er niet bij te blijven, dus kan tussendoor mooi terug naar huis lopen om Zaken Te Regelen.
- Hoe kan het ook anders in deze mininederzetting: Ik kom op straat bekenden tegen. Whoo, ik woon hier nu echt.
- Ik heb vorige week het hoogste bedrag ooit voor een brief naar Nederland betaald. Spoedgevalletje, dus kon niet per gewone post. Ai, dat is dan 35 Pond.... Dat zijn best veel schoenen!! ;)
- Er liepen vandaag twee eekhoorns op de trap naar mijn voordeur. Ergo.

vrijdag 25 april 2008

SATC meets Harry Potter*

Had ik me voor vertrek naar Oxford een beeld gevormd van wat ik daar ging meemaken? Stiekem zag ik het allemaal al voor me voordat ik überhaupt toegelaten was in het programma. Veel veel veel studeren, dus uren in bieb en archief en tussendoor allerlei diners, tuinfeestjes en baravonden. Ik geloof dat mijn eerste twee weken dat beeld al aardig bevestigen!
Allereerst moet ik zeggen dat de omgeving extreem inspirerend is. Prachtige gebouwen stralen een eeuwenoude academische traditie uit (woensdag met de introductiemeeting van het Europaeum hebben we andere colleges bezocht, briljant!), en het lijkt wel alsof alle bibliotheektafels je nog eens extra toefluisteren hoe bijzonder het wel niet is om in Oxford te mogen studeren en dat je er nog maar eens extra om zou moeten denken hard te werken. Want hard werken, die indruk krijg je ook door alle verhalen. Let alone door alle gezichten die je op weg naar de bieb tegenkomt. Dat wist ik trouwens al voordat het programma losbarstte, want twee maanden voor een scriptie is niet erg ruim.
Maar, ook reuzeverheugend nieuws: het tweede deel van mijn verwachting blijkt ook al waarheid te worden. De college-structuur vind ik erg interessant om in ondergedompeld te raken. Doordat ik een van de weinige nieuwe studenten ben (bijna iedereen is hier al sinds oktober) moet ik alles zelf een beetje uitzoeken, maar medestudenten zijn vooralsnog erg benaderbaar en gezellig. Vorige week had ik al een eerste pubmeeting met wat mensen van de MCR van Mansfield College, en met hen (mijn college) had ik gisteren mijn eerste formal dinner. Ontvangst met sherry, driegangenmenu en port en baravond na. Stel je voor: je gaat rond zessen op weg naar het college, in je jurkje en high heels voel je je onderweg extreem SATC (Oxford moet hier maar even fungeren als plaatsvervanger voor New York als bruisende metropool...). Bij binnenkomst, onder genot van een sherry (nooit eerder gedronken, vind het persoonlijk altijd nogal een bejaardendrankje, al vond ik het stiekem best lekker..) met wat mensen praten. Allerlei nationaliteiten, allerlei onderzoeksgebieden. Erg veel mensen die bezig zijn met hun Dphil (de Oxford benaming voor een PhD, promoveren dus) omdat de MCR niet alleen voor 'mijn' soortgenoten is, maar ook de vervolgstap omvat. Heerlijk gegeten in een prachtige dining hall (dit was een exchange formal en vond plaats in Hertford College) en erna terug naar de MCR ruimte/bar voor andere drankjes. Stel je tijdens het eten allemaal studentikoze tradities voor waaraan voldaan moet worden, geeft het allemaal nog iets extra bijzonders. En volgens goede gewoonte hier stak ik om half twaalf de sleutel in het slot van mijn optrekje op Worcester Place.
Ik vind de studenten hier erg open en hartelijk: ik ga morgenmiddag bijvoorbeeld met wat mensen mee naar een garden party met gintonics, dat klinkt mij toch wel als 'Marleen in Oxford' in de oren. Die verwachting, daar wordt vooralsnog erg aan voldaan. En ik heb in ieder geval een realistisch beeld van de twee maanden die nog komen gaan: hard werken in een omgeving waar je dat ook graag wilt doen, met tussendoor wat vertier met medestudenten. En dat alles in een vooralsnog behoorlijk zonnig Oxford. Marleen voelt zich alweer ergens thuis!

* titelverklaring: SATC = Sex and the City, voor de lezers die met deze serie niet bekend zijn, zie http://www.imdb.com/title/tt0698663/ . Harry Potter omdat twee van mijn MAvrienden zich constant in een Harry Potter boek wanen. Nu heb ik die boeken en films zelf nauwelijks gelezen/gezien, maar van wat ik wel gelezen heb krijg ik toch de indruk dat de Halls wel in het plaatje passen.. Trouwens, een gedeelte van de films is dan ook in Oxford opgenomen.

donderdag 24 april 2008

on my way


Need I say more? Ontruim die straten, the Lady Mayfair is on its way. Met als detail dat prachtige sexy mandje natuurlijk.
Volgende bericht volgt ongetwijfeld snel, want ik heb vanavond mijn eerste formal dinner...

donderdag 17 april 2008

Sorry, can you say that again, dear?

Na Frankrijk dacht ik het in Engeland wat taal betreft makkelijk te hebben. Ik spreek immers Engels, en een stuk beter dan Frans. Enige waar ik over na had gedacht was dat ik niet Amerikaans wilde klinken, in de angst op de eerstvolgende boot naar Nederland of verder gezet te worden. Over de taal begrijpen had ik oprecht niet nagedacht. Maar oi, dat accent is dan wel prachtig om naar te luisteren, het is ook zeker erg wennen! Als iemand in prachtig Oxford-Engels met je converseert in een pub, dan is dat ware topsport. Zie het maar eens te volgen, serieus een pittige taak! Maar dat ik dit opgemerkt heb, betekent wel iets gunstigs: ik heb dus al in een pub zitten converseren met Echte Oxford Studenten. Gisteren heb ik een paar mensen van de MCR van Mansfield College ontmoet (MCR = Middle Common Room, een soort society binnen het college, in dit geval van alle graduates. Including me dus. Zo is er ook de JCR voor de undergraduates, maar dat is overduidelijk zoooo 2007...) en dat was reuze gezellig! Eerste black tie dinner staat al in de agenda, dus ben blij dat ik ook een lange jurk meegenomen heb.

Verder doen de eerste moeilijkheden zich vooralsnog voornamelijk voor op straat: iedere keer dat ik een straat oversteek, word ik bijna geschept want ze komen hier toch echt van de andere kant. Als je eenmaal de routine van links-rechts-links hebt weten om te buigen naar rechts-links-rechts, dan ben je gered. In crisissituaties is het echter lastig waar je als eerste dient te kijken. Voor het eerst in mijn leven kan ik hardgrondig beamen dat diagonaal oversteken níet slim is: langer op de weg, dus langer in gevaar! Ben hierdoor trouwens ook door medeweggebruikers direct te identificeren als iemand 'van het continent'. Ander probleem zijn de verkeerslichten. Meestal heb je als voetganger geen eigen licht: gewoon gaan dus als je een opening ziet? Dat is voor mij al stressvol, dus dat wordt nog wat voor de Finnen...

Het organisatietalent van de Britten had ik al even genoemd, maar mijn eerste verbazing over de queue in de supermarkt werd met gemak overtroffen door de rij bij de bus. Terwijl ik lekker op een bankje op High Street in de zon zat, analyseerde ik hoe de wachtenden voor een aankomende bus zichzelf organiseerden. In Nederland is het een kwestie van met zijn allen op 1 vierkante meter gaan staan en dan jezelf de bus inwerken. Niet hier. Hier vormde men allerrustigst en volautomatisch een lange rij langs de stoeprand. Niets geen dringen en drommen, er waren geen dranghekken en nummertjes nodig. Na vertrek van de bus bleef ik alleen achter op de stoep, vol ongeloof starend naar de inmiddels leeggeworden stoeprand.

Naast deze nieuwigheden van een nieuwe cultuur en een nieuw land, bevind ik me dan ook nog eens in Oxford. Het voelt zo extreem geprivilegieerd om hier rond te lopen! De inspiratie spat werkelijk van de colleges en bibliotheken af, en anders wel van de serieuze gezichten van de studenten. Vanmiddag had ik mijn eerste tutorial met mijn scriptiebegeleider. Deze tutorial meetings maken het systeem in Oxford en Cambridge mede zo bijzonder: individuele meetings om je werk naar een hoger niveau te tillen. Michael Broers had mijn essay (remember that deadline, end of Paris term...) gelezen, en vond het erg interessant, verfrissend en academisch. Hoera! Als iets helpt om me te motiveren dan zijn het dit soort meetings met een goede academicus, en al helemaal als hij zo enthousiast is over mijn werk natuurlijk. We bespraken een uurlang mijn opzet, wat ik wil gaan doen en ook wat mijn achtergrond en werkwijze is. Fantastisch om zo met iemand te praten, die dan allerlei boektitels en namen op weet te dreunen die interessant zouden kunnen zijn. Broers is geen specialist op het gebied van cartoon maps, maar wel op nationalisme in deze periode én hij heeft een geografisch/cartografische interesse. We lijken dus een goede academische match te zijn! Bovendien maakte hij me blij door te melden: 'Mocht je nog naar Parijs moeten voor onderzoek, dan schrijf ik gewoon even een note voor je. Zelfde geldt voor Cambridge of de British Library. Als je ergens binnen moet komen, dan regel ik het voor je. Bovendien, met die Eurostar ben je er toch zo?' Fantastisch!

Oja, en als uitsmijter nog iets dat mij erg blij maakte vandaag: ik heb een capuchontrui van mijn college! Mansfield rules. ;) Zie foto's voor een sneak preview, maar er volgen ongetwijfeld nog vele foto's waarop ik in dit tenue te zien zal zijn.
Volgende week begint de term (het trimester) maar ik ben blij dat ik een week eerder ben gegaan: de eerste meeting met mijn tutor is in de pocket, ik weet de weg al en de eerste afspraak in de map room van de bieb staat. En nu weet ik voor aanvang van de term al één ding zeker: als iets een geschikte plaats is om mijn thesis te schrijven, dan is het Oxford wel!

dinsdag 15 april 2008

Hello Goodbye

Teruggaan was onvermijdelijk. Parijs beviel me natuurlijk meer dan goed, zoals ook wel blijkt uit alle eerdere publicaties, maar afscheid nemen zou part of the game zijn: dat wist ik al bij aanvang van dit programma. Parijs moest dus verlaten worden. Maar gelukkig wist ik dat een nieuw avontuur wachtte, dus terwijl ik in de trein terug zat was de Grijns nog immer met mij. Het had best bij het liefdesverdriet gepast als die achtergebleven was aan de oevers van de Seine, maar gelukkig niet.
Anderhalve week terug zijn in Nederland was heerlijk en naar tegelijk: terug in Leiden was ik zo terug in het oude wereldje, al leed ik af en toe wel aan een aanval van heimwee naar het Grote Verre Spannende Parijs. Maar door dit thuis voelen (zelfs zonder in mijn eigen huis te slapen: ik en mijn backpack mochten anderhalve week op de Nieuwe Rijn bivakkeren naast de hamsters van Zus) werd het opnieuw weggaan bijna iets jammers! Door anderhalve week terug te zijn, realiseerde ik me opeens wát en wíe ik precies achterliet bij een nieuw vertrek voor drie maanden. Op zich best een goede conclusie natuurlijk, maar als ik maar een paar dagen terug was geweest dan had ik me dat niet zo gerealiseerd. Had een hoop zenuwen gescheeld! Gelukkig bedierf dit mijn enthousiasme over Oxford niet. Leiden zal er over drie maanden ook nog zijn, net als die leuke kroegen, mooie straten en fijne vrienden. Ook al vond ik het idee van weer weggaan even heel vreemd, Oxford en nieuwe avonturen lonkten, dus ging ik gisteren vol goede moed op weg naar Schiphol.
Die moed was ik op de hoek van de Breestraat al kwijt, want ondanks zorgvuldig pakken waren mijn tassen nog steeds extreem zwaar. Wat wil je: spullen voor drie maanden meeslepen... Zelfs bij strenge selectie zijn dat nog best veel spullen. De buschauffeur van de bus tussen Heathrow en Oxford grapte tegen me dat ik wel erg veel spullen bij me had voor een weekendje weg, maar toen ik hem uitlegde dat mijn backpack + laptoptas + handbagage al mijn bezittingen voor de komende drie maanden bevatten, werd hij even stil. Zeker voor een dame - en dan vooral een met een schoenenverslaving- is dat een prestatie op zich. Vonden ze bij de bagagecheck op Schiphol ook: de verbazing was groot toen mijn tas leeg moest worden gehaald en er onder meer maar liefst 3 paar schoenen tevoorschijn kwam. Verdachte object bleek trouwens mijn wekker in combinatie met doosje sieraden te zijn. Ach ja.
Ik en mijn spullen arriveerden veilig in Oxford, waar ik werd opgewacht door Chad van het Europaeum. Na vele (dreig)mails van mijn kant over de accomodatie leuk om een gezicht te hebben bij de naam. Heb hem maar niet gemeld dat ik hem uit nieuwsgierigheid even had gefacebookt... Hij bracht me naar mijn huis. Ik woon in een huis van Worcester College, een prachtig college met enorme tuinen. Mijn huis bevindt zich in een 'echte straat', een rijtjeshuis zoals ik voorspeld had! (Zie foto's) Ik woon er samen met Raquel uit mijn programma en vier mannen van Worcester. Keuken en badkamers zijn niet extreem ranzig, valt mee te leven. Al heb ik natuurlijk al wel de nodige allesreiniger en antibacteriële doeken ingeslagen om het iets plezanter dan 'mee te leven' te krijgen. Kamer is prima: heb de luxe van een koelkast op mijn kamer, dus kan vanuit mijn bed de champagne uit de minibar trekken. Vooralsnog heb ik twee huisgenoten ontmoet: een uit Cyprus, een uit Frankrijk. De twee anderen (een Brit en een jongen uit een 'Zuid-Afrika-achtig land' volgens mijn Franse huisgenoot) nog niet gezien.
Ben sinds vandaag ook in bezit van een University of Oxford student card, een kaart die ik nodig heb voor bibliotheken, betalen van voedsel in mijn college et cetera. Vandaag ben ik ook in mijn eigen college geweest: Mansfield College. Ik woon dus in een huis van Worcester, maar ben lid van Mansfield. Daar kan ik dus ook eten in de Hall, en ben ik lid van de MCR (Middle Common Room), alwaar ik allerlei leuke dingen kan doen en vrinden voor het leven kan maken. Dat moet nog gebeuren, maar met de MCR president is inmiddels gemaild dus de eerste formal dinners staan in de agenda! Ook heb ik donderdag trouwens een meeting met mijn tutor voor mijn scriptie. Reuze benieuwd naar. Kan niet wachten tot de term volgende week losbarst, ik ben er klaar voor!

Stand van zaken
- Brits telefoonnummer geregeld
- eerste Fish & Chips maaltijd genuttigd
- Starbucks is gespot
- I just looooove the accent!
- een huisgenoot kweekt aardappeltjes in een van de keukenkasten..
- plattegrond van Oxford nagenoeg volledig gememoriseerd: weet de weg al! Dat zal wel betekenen dat ik weer mag gidsen de komende drie maanden, al moet de rest van de groep dit keer de weg ook redelijk snel kunnen vinden in deze enorme nederzetting.
- organisatietalent van de Britten is al erkend en gewaardeerd: het overgeorganiseerde
queuen in de supermarkt is vrij bizarre gewaardwording, maar reuze efficiënt!
- De foto's hangen en de Stapels in de kast zijn gemaakt: Marleen is gesettled! Nieuwe berichten -ongetwijfeld over de eerste cultuurschokken- volgen snel!

woensdag 2 april 2008

'Cause it's a bittersweet symphony

Als dit jaar uit mijn leven een muziekstuk zou zijn, dan zouden de mensen niet in de rij staan bij de Plato. De snelle opeenvolging van stijlveranderingen geeft een nogal hysterisch geheel, en het geheel is van tijd tot tijd extreem onoverzichtelijk. Hoogte- en dieptepunten volgen elkaar snel op, wat de samenhang in het stuk niet ten goede komt. De hoogtepunten zijn dan wel in de meerderheid, een stuk met constante pieken luistert ook niet echt lekker. Nee, naar dit stuk moet je niet luisteren om tot rust te komen. Het zou het heel misschien goed kunnen doen op de internationale markt. Wellicht is de markt voor experimentele muziek over de grens groter, en bovendien omvat dit stuk zoveel elementen uit verschillende landen en culturen dat het herkenbaar kan zijn voor meerdere nationaliteiten. Wie weet.

Main reason waardoor het misschien wel een succes zou kunnen worden (al lijkt een nummer 1 notitie me alsnog te hoog gegrepen): het hele stuk wordt gekenmerkt door een warme, optimistische ondertoon. Uit de opmars, het eerste deel, klinkt vertrouwdheid door: de maten volgen elkaar vloeiend op. De omgeving is bekend, de instrumenten werken bijna automatisch samen. Aan het einde van deel één versnelt het stuk wel heftig, de opmaat naar deel twee en drie is een opeenvolging van spanningsbogen en de verwachtingen naar deel twee en drie zijn hooggespannen.

Deel twee kent vooral een erg hoog tempo: Parijs biedt als wereldstad natuurlijk meer dan genoeg inspiratie. Jazzy invloeden zijn duidelijk te herkennen en het hele deel kan worden getypeerd met de woorden mellow en cosmopolitisch. Af en toe een staccato intermezzo daargelaten, klinkt toch vooral liefde en ontspanning door. Meedeinend op het tempo van mensenmassa’s op de boulevards en in metro’s, met hier en daar een bijdrage van een accordeon; van dit stuk ga je als luisteraar haast automatisch Grijnzen.

Wat deel drie zal brengen, moet nog blijken. Zover heb ik het stuk nog niet kunnen luisteren. Wel weet ik dat ik het prachtig ga vinden: eens temeer blijkt bij dit stuk dat dingen die niet mainstream zijn, zo hun charme kennen. Ik vind het namelijk een fantastisch stuk. Dit muziekstuk zal ik de rest van mijn leven onthouden en ik zal op de meest bizarre momenten opeens aan passages denken en ze dan zachtjes meeneuriën.

Zittend in de Thalys teken ik, op weg naar het volgende avontuur. Eerst heb ik een paar maten rust in Nederland, voordat ik verder werk richting la grande finale.

maandag 24 maart 2008

Misschien leuk idee voor een Duchamp?

Ok, ik weet dat ik al uitzonderlijk veel aandacht heb besteed aan de wc's van de Residence Robert Garric. Maar ik moet er toch weer wat blogruimte aan op offeren en ik overweeg zelfs een boek te schrijven. Na wat ik vandaag bij het openen van de deur aantrof... Van dat boek zal trouwens het hele verhaal zich dan in deze ene ruimte afspelen. Dat er een thrillerelement in zal zitten, lijkt me evident. Dat ik die wc's vervelend vind, door de deuren en door het ongewenste meegenieten van de geluiden van buur-pleezitters, moge na het vorige wc-bericht duidelijk zijn. Maar dat deze ruimte ook de gelegenheid biedt voor surrealistische schouwspelen is nieuw voor me. Meestal beperken de opgeroepen gevoelens zich slechts tot irritatie, woede en verzuchting. Oja, en heimwee naar Nederlandse wc's. Zo vond er afgelopen weekend weer een feestje plaats in de salon. En die feesten hebben altijd hun invloed op de staat waarin de wc's verkeren. Sinds afgelopen zaterdag heb ik bijvoorbeeld de keuze uit WC 1: verkeert in topstaat, nu met nog wat extra hardnekkige remsporen en WC2: met bijzonder decoratief rode wijn patroon op de rand en een souvenir van alle schele mannen vóór de pot. Moeilijke keuze, dat begrijp je.
Maar van het schouwspel van vandaag kon ik slechts stil worden. Geen gezucht, geen geklaag. Vandaag bleef ik met open mond en sleutelkaart nog in de hand enkele seconden in de deuropening staan. (Terwijl mijn hersenen dus overuren draaiden om alvast de inleiding voor mijn boek op te zetten). Na het openen van de deur, zag ik niet alleen de vertrouwde salondeurtjes voor de twee wc's. Neen, ik voelde aanwezigheid. Ik. Was. Niet. Alleen.
De aanwezigheid zou zich trouwens snel aan mij openbaren. Uit een van de twee wc-deuren kwamen heel parmantig twee duiven gelopen. Ze liepen op hun gemak naar het raam en vlogen naar buiten. ... Wat ze daar deden, is me een raadsel. Romantisch tortelduif-onderonsje? Badsessie in de pot? Een overlegmeeting met de WC-eend? Het werd me in ieder geval duidelijk dat ze al langer binnenwaren: sporen op de grond duidden op enige spanning bij de beestjes.
Geef toe, ook al zijn wc's over het algemeen niet zo heel erg boeiend, als je er dit soort taferelen aantreft moet je toch toegeven dat je geest enigzins geprikkeld wordt . Dat wordt dus flink pennen voor dat boek. Ok, eerst mijn papers voor komend weekend maar eens schrijven en ach ja mijn scriptie heeft misschien ook voorrang. Maar heb in ieder geval vastgesteld dat een surrealistische thriller met psychologische elementen wellicht beter verkoopt dan een verhaal met teveel details over viezigheid en medewcgebruikers. Al zie ik stiekem wel een glansrol weggelegd voor mijn zwijgzame Japanse buurman.