donderdag 18 september 2008

Enkeltje onbeantwoord?

Ik vraag me wel eens af hoe het zou voelen. Wat voel je wanneer je een oproep voor jezelf in de Rails leest. En daar denk ik dus over na wanneer ik in een trein zit. Logischerwijs, want dat is zo'n moment dat je zelf ook naar andere mensen gluurt die langs je lopen of tegenover je komen zitten. En zeker toen ik een half jaar stage liep in Amsterdam en dus dagelijks in de trein zat en daadwerkelijk wel eens een Rails zag (op mijn sporadische treintochten van tegenwoordig zijn die dingen altijd spoorloos) vond ik die rubriek oproepjes altijd al het leukst om te lezen. Maar stel je voor dat je nu echt een oproep onder ogen krijgt aan jezelf gericht. Over mij zou vanavond misschien staan: 'ik vond je rode laarzen direct zo mooi', of 'ik vond dat jij -jonge vrouw met groene ogen en donkerbruin haar- zo beschaafd zachtjes praatte toen je telefoon kreeg'(best een wenselijk berichtje). Of vanavond misschien: 'Zelfs die donkere kringen onder je ogen waren bij jou nog een accessoire (twijfelachtige eer..). Maar nog meer vrees ik een danig bericht: 'Ik vond je zo schattig toen je met je mond open lag te slapen'. Hmm, ik weet het niet hoor, want wat doet iemand nou de stap zetten een berichtje te plaatsen? Dan voelde je tijdens die 20 minuten naar Alphen of het half uurtje tussen Breukelen en Utrecht wel echt een megaconnectie. Maar goed, volgende vraag: zou je erop antwoorden? Zou je willen weten wie de moeite heeft genomen die oproep te plaatsen, of knal je het berichtje op je prikbord en laat je het daarbij. Een vraag waar ik niet over na hoef te denken, maar vanavond wederom wel een prima slaapmiddel in de trein bleek!

zondag 14 september 2008

Not born to play with

Terwijl ik plichtsgetrouw de rode lijn op de vloer volgde vroeg ik mij af of de mensen in de wachtkamer de geluiden ook zo luid en duidelijk hoorden. De combinatie van de piepende rolstoel en het geklik van de hakken van mij en mijn zaterdagavond-onveiligmaak-compagnon klonk mij nogal hard in de oren. En dat ik een omgeving waar de spanning sowieso om te snijden was. Wij hadden ons dan ook voorbereid op een avondje Rapenburg concert en niet -waar wij eindigden- een avondje zitten in de wachtkamer van de EHBO in het LUMC. En, nu wil ik het niet als tip van de week meegeven omdat het zo enig is, maar als je nou eens echt mensen wilt kijken... Dan moet je toch echt in zo'n wachtkamer zijn. Echt, Utrecht Centraal bij het Trefpunt vlaggetje is er niets bij. En dan niet omdat het zo fijn is om mensen in pijn te zien: dat is weer een iets minder aspect aan het geheel. Maar wel als je mensen hun aard wilt zien tonen: rustig wachten of stennis schoppen?
Nu gingen wij op pad met vriendinnetje P. die een serieuze put in haar been geslagen had tijdens een val en die nog serieuzere pijn leed. Pijn is niet fijn, maar alsnog zaten wij er redelijk ontspannen bij. Temeer omdat wij voor vertrek naar het ziekenhuis de eerstehulp-meldlijn hadden gebeld. En dát, dames en heren, is dus wel de tip van de week! Altijd bellen en een afspraak maken, want dan wacht je aanzienlijk minder lang. Maar bereid je dan ook wel voor op flink oplopende spanningen. Want dan zijn er dus mensen die al iets langer zitten te wachten en wellicht wel meer pijn voelen. Wat moeilijk te bewijzen valt, maar zij voelen nu eenmaal alleen hun eigen pijn en ja, die is aanwezig. Zo ook bij meneer X, rechts van ons gezeten in de wachtkamer. De vriend van meneer X baarde ons al meteen meer zorgen. Met een serieus gezicht keek hij af en toe intimiderend de wachtkamer rond, daarbij zorgend dat zijn nek goed zichtbaar was. Die was namelijk gesierd met -alsof we die hadden kunnen missen- een tatoeage Not born to play with. Tijdens het wachten zat ik te bedenken ter ere waarvan de beste man deze ruige tekst had laten plaatsen. Was dit in huwelijkscontext geweest, of misschien terwijl hij terugdacht aan de talloze keren dat hij aan het schoolhek was gehangen met zijn rugzak? Hoe dan ook, hij deed zijn best de boodschap op zijn nek te onderstrepen met zijn blik. Terwijl de bult op de enkel van zijn vriend met de minuut leek te groeien, werd na een uur de naam van vriendin P. omgeroepen. Zij bekeek nog even angstig haar opties, maar langs meneer X en zijn vriend was toch echt de kortste weg richting degene die haar naam riep. En ach, op de EHBO waren we toch al. Ze wist veilig langs X en co te strompelen, maar er werd door ons toch even de adem ingehouden.
Ik ben toch benieuwd hoe vaak er gevechten uitbreken in die wachtkamers.. Het stel rechts achter ons kon nog wel lachen samen: 'ja schat, dat is dus echt de laatste keer dat jij gefrituurd hebt, dat doe ik in t vervolg wel'. De ouders van de dame linksachter ons waren iets minder supportive toen ze naar hun dochter toesnelden, die al enige tijd zat te wachten: 'Wat heb je nú weer?'. Er zaten ook mensen rustig te wachten, de pijn zoveel mogelijk negerend. Maar verder werd overal rondom ons flink gemopperd, gesist dat ze anders zelf wel even zouden hechten (waarom zit je er dan?), en ruziegemaakt door begeleidende partners en slachtoffers. Crisissituaties laten nu eenmaal een heleboel dingen wegvallen, totdat iemands basis gevoel en houding over blijven. Hoe die dan geuit worden is een tweede, maar gelukkig had het in dit geval niet tot resultaat dat wij werden gelyncht. Uiteindelijk vertrokken we: P. een injectie rijker en wij allen een opluchting rijker. Hoe lang het geduurd heeft voordat de Not born to play with -meneer geholpen werd, weet ik niet. Ik las de dagen erna in de regionale bladen in ieder geval niets over een vechtpartij. Misschien had iedereen dan toch het advies uit zijn nek opgevolgd.